Gebrek aan duidelijkheid
E-mails moeten helder en beknopt zijn. Vermijd vaagheid en dubbelzinnigheid

Ongepaste toon
Wees altijd professioneel en beleefd, zelfs als de situatie stressvol is

Onjuiste aanhef en afsluiting
Gebruik de juiste aanhef (bijvoorbeeld “Geachte heer/mevrouw” of de naam van de ontvanger) en een passende afsluiting (bijvoorbeeld “Met vriendelijke groet”)

Spelfouten en grammaticale fouten
Controleer je e-mail op fouten voordat je deze verzendt. Slechte spelling en grammatica maken een slechte indruk

Lange e-mails
Houd e-mails kort en ter zake. Niemand heeft tijd voor lange epistels

Ontbrekende onderwerpregel
Een duidelijke onderwerpregel helpt de ontvanger om te begrijpen waar de e-mail over gaat

Geen aanhef
Begin altijd met een begroeting, zelfs als het kort is

Geen duidelijke call-to-action
Laat de ontvanger weten wat je van hem verwacht of wat de volgende stappen zijn

Verkeerde ontvanger
Controleer zorgvuldig of je de e-mail naar de juiste persoon stuurt

Onvoldoende opvolging
Als je belooft op een later tijdstip te reageren of actie te ondernemen, zorg er dan voor dat je dit doet. Vergeten opvolging te geven kan onprofessioneel overkomen